Hoe typen?
Hoe typen? Wij zochten het voor je uit:
Stap 1: Plaats je vingers op de zogeheten “Home row”: De linker pink op de “a”, de linker ringvinger op de “s”, de linker middelvinger op de “d” en de linker wijsvinger op de “f”. Voor de rechterhand geldt: plaats de pink op de puntkomma (“;”), de ringvinger op de “l”, de
middelvinger op de “k” en de wijsvinger op de “j”.
Stap 2: Typ het volgende zonder naar het toetsenbord te kijken terwijl je de namen van de letters luidkeels uitspreekt en je een duim gebruikt voor de spatietoets. “f f spatie j j spatie d d spatie k k spatie s s spatie l l spatie a a spatie ; ; spatie”.
Stap 3: Herhaal deze stap zo vaak mogelijk als je wilt totdat je het gevoel krijgt dat je de plaatsing van deze letters instinctief weet te vinden.
Stap 4: Voeg de “g” en de “h” toetsen aan de rij toe door deze met de dichtst bijzijnde wijsvinger.
Stap 5: Gebruik dezelfde techniek, het luidkeels uitspreken, om de bovenstaande rijen en de onderstaande “home row” te leren: de linker pink voor “q” en “z”, de rechter pink voor “p” en “/”. De wijsvingers draaien opnieuw een dubbele shift: “r”, “t”, “v’ en “b” voor de linker wijsvinger; “u”, “y”, “m” en “n” voor de rechter wijsvinger.
Stap 6: Gebruik je pinken voor de “shift” toets. De linker pink als je rechterhand een letter aan het typen is en andersom.
Stap 7: Leer ook de getallen: Linker pink voor “1”, linker wijsvinger voor “4” en “5”, rechter pink voor “0” en rechter wijsvinger “6” en “7”.
Stap 8: Schakel zo snel mogelijk over naar echte teksten aangezien je dan in de praktijk kunt oefenen.
Stap 9: Leer jezelf de andere toetsen, zoals de CTRL toets en de pijltoetsen, aan maar wees er op voorbereid dat de plek van deze toetsen verschillen per toetsenbord en misschien niet de moeite waard zijn om te leren.
Stap 10: Oefen op zijn minst 15 tot 30 minuten per dag.