Hoe schaken?

Hoe schaken? Wij zochten het voor je uit:

De Schaakstukken

Stap 1 Leer de stukken kennen, en hoe je er mee kunt zetten.
Er zijn 8 pionnen die de eerste rij stukken vormen aan elke kant van het bord.
Pionnen worden alleen vooruit gezet. Met de eerste zet, kan de pion een of twee plaatsen verzet worden, zolang de plaats niet bezet is. Een pion kan een stuk van de tegenspeler veroveren door een of twee plaatsen naar rechts of links diagonal te verschuiven, daar waar het andere stuk staat. Als een pion de achterste rij van de andere kant van het bord kan bereiken, kan deze opgewaardeert worden tot elk ander stuk, behalve de koning.

Stap 2 Beweeg het paard in “L” vorm een of twee plaatsen in dezelfde richting, en een of twee plaatsen in een andere richting, in total 3 plaatsen. Dit is het enige stuk wat over andere stukken mag springen.

Stap 3 Zet de toren een willekeurig aantal plaatsen in rechte lijn, niet diagonal. De toren moet blijven staan als er een ander stuk zijn weg blokkeert. Als het een stuk is van de tegenspeler kan hij deze slaan en de plaats innemen, zo niet moet hij voor de plaats blijven staan.

Stap 4 Zet de loper een aantal willekeurige plaatsen diagonaal. Ook bij dit stuk geldt, als de plaats bezet is moet hij blijven staan, of het andere stuk slaan en deze plaats innemen.

Stap 5 Zet de dame een willekeurig aantal plaatsen in elke richting. Zij heeft dezelfde regels als de loper en de toren, dat wil zeggen; blijven staan voor een stuk of het stuk veroveren.

Stap 6 Zet de koning een plaats in elke richting. Dit stuk moet ook blijven staan of slaan, maar kan niet op een plaats staan waar hij schaak staat.

Het bord en spel

Stap 1 Plaats het bord zo dat elke speler een wit vlak in de rechterhoek heeft. Zet de toren op dit vlak. Vervolgens van de toren naar links wordt gezet: een paard, een loper, de koning, de dame, een loper, een paard en een toren. De pionnen worden direct voor deze stukken gezet.

Stap 2 Wit speelt eerst. Met de eerste zet kan wit een van zijn pionnen 1 of twee vlakken verzetten, of een van zijn paarden gebruiken. Dit zijn de enige mogelijkheden, aangezien de paarden de enige stukken zijn die over de pionnen kunnen springen, de pionnen blokkeren namelijk alle andere stukken.

Stap 3 Zwart is aan zet. Zwart heeft dezelfde mogelijkheden als wit.

Stap 4 Speel op deze manier door, en afwisselend plaats te maken voor andere stukken door middel van de verschuiving van de pionnen.

Stap 5 Verover stukken zoals in het eerste deel is beschreven. Uw doel is om de koning schaak of schaakmat te zetten. Schaak betekent dat een van uw stukken direct de koning aanvalt, maar dat de tegenspeler nog een kans ziet om de koning veilig te verzetten of het aanvalstuk te blokkeren. Schaakmat betekent dat de koning niet de schaak kan ontlopen.