Hoe moet je spaghetti koken?

Spaghetti koken behoort, samen met het koken van een ei, tot de basis van het koken.

1. Kies de spaghetti. Er zijn vele verschillende soorten op de markt, zowel qua vorm als samenstelling. Durf ook eens te kiezen voor minder bekende varianten, zoals op basis van volkoren.

2. Zet een pot water op het vuur. Zet het vuur op een hoge stand, zodat het zal beginnen te koken.

3. Voeg eventueel, naar smaak, zout toe aan het water. Olie of een beetje boter kunnen handig zijn tegen het overkoken van de spaghetti.

4. Weeg de spaghetti af. Neem ongeveer 125 gram per persoon. Dit is iets minder dan een derde van een pakje van 500 gram. Wat meer of minder naargelang de persoonlijke wens.

5. Zodra het water kookt, voeg je er de juiste hoeveelheid spaghetti aan toe. Indien de spaghetti stengels te groot zijn om volledig onder te dompelen, breek je ze eerst voorzichtig in twee.

6. Laat de spaghetti koken. Roer regelmatig, en roer zeker tot op de bodem, zodoende zal de spaghetti niet aanbranden.

7. Indien het water in de pot dreigt over te koken, dient men deze pot snel van het vuur af te halen. Eventjes van het vuur af, zal het al snel niet meer de neiging hebben om over te koken. Zet zeker ook het vuur af of lager.

8. Na een tijdje zal de spaghetti zijn glazig uitzicht verliezen. Ook het roeren zal minder stroef gaan. Dit is het moment waarop men kan proeven of dat de spaghetti naar wens is. Naar gelang smaak kan men kiezen voor een eerder taaiere dan wel malsere spaghetti. Een grootmoeders tip is om een spaghettisliert tegen een raam aan te werpen. Indien klaar, zal de sliert blijven plakken.

9. Indien voldoende gekookt, giet men de pot uit in een vergiet. Vervolgens kan de spaghetti worden opgediend.

Smakelijk.