Hoe automaat rijden?
Hoe automaat rijden? Wij zochten het voor je uit:
Tip 1. Kijk naar de twee pedalen op de vloer van de wagen. De rem staat links en het gaspedaal staat rechts. Deze twee pedalen worden bediend enkel met de rechtervoet.
Tip 2. Geraak gewend aan het gebruiken van de versnellingspook. De automatische versnellingspook zal een P, R, N, D,2 en 1 hebben, P staat voor parkeren, R staat voor achteruit, N staat voor neutraal, D staat voor rijden, 2 staat voor 2de versnelling en 1 wordt gebruikt bij slechte weersomstandigheden, zoals bij sneeuwval. Eerste en tweede versnelling zal de wagen toelaten enkel een bepaalde snelheid en toeren per minuut te behalen.
Tip 3. Kijk na dat de wagen in P (parkeerstand) staat. Zorg ervoor dat het rempedaal ingetrapt wordt en start dan de motor. Wagens met een automatische versnellingsbak zullen niet starten tenzij de versnellingspook in parkeren staat.
Tip 4. Zet de versnellingspook in drive (D) of achteruit (R) om te beginnen rijden.
Tip 5. Haal je voet zachtjes van de rem. De wagen zal beginnen bewegen. Dit is anders dan bij manuele versnellingsbakken en kan verrassend zijn in het begin. Zet je voet op het gaspedaal en trap het zachtjes in om meer snelheid te behalen.
Tip 6. Vertraag door zachtjes op de rem te trappen. Zet de wagen in de parkeerstand eens je gedaan hebt met rijden.